Wij reden over de weg tussen Ouarzazate en Errichidia ter hoogte van Boumane toen boven de Hoge Atlas een noodweer losbarstte. Waar wij waren gebeurde niets, behalve dat een schoolbusje een jongetje langs de kant van de weg afzette. Om ons heen was alles zanderige leegte, dus waar het jongetje heen zou gaan was een raadsel. Het busje sloeg af van de grote weg en verdween langzaam maar zeker in de richting van het gebergte. Het gaf perspectief aan het eindeloze landschap, want alhoewel het noodweer boven het Atlasgebergte duidelijk waarneembaar was, gebeurde het meer dan honderd kilometers verder weg. Toen ik de wolkbreuken zat te tekenen kwam het jongetje nieuwsgierig naderbij en was zo vriendelijk om model te staan. Of de regenbuien ooit dit dorre gebied bereiken, weet ik niet, maar daarginds viel het levengevende water met bakken naar beneden. Uiteindelijk zou het via allerlei ondergrondse en bovengrondse stromen de dorstige oasen bereiken. Regen is een kostbaar iets in Marokko waar de woestijn steeds meer ruimte opeist. (40)