Vlak bij de Bab Guissa bevonden zich de houtbewerkers. De woest uitziende man in de tekening freesde stokjes hardhout in de deuropening van zijn ondiepe werkplaatsje. De stukjes hout die gemodelleerd waren voorzien, werden in een andere werkplaats in elkaar gezet tot ze een rasterwerk vormden. Het rasterwerk werd vervolgens ergens anders verwerkt in een meubelstuk of luik (51)