Islam betekent onderwerping. Het betekent niet onderwerping aan iets (een systeem of gewoonte) of iemand (met autoriteit), maar aan de enige echte God: de God van Abraham. Dat sluit de verering uit van Moloch, het Gouden Kalf, huisgoden en heiligen. Toch heeft in Marokko ieder dorpje wel iemand of iets heeft dat vereerd moet worden. Een rijk religieus bewustzijn, zou ik zeggen, maar niet Mohammed de Chauffeur. Volgens hem is het niets anders dan afgoderij. Toen ik dit leuke mausoleumpje van een of andere heilige ergens in de Draavallei zat te tekenen, fulmineerde hij over de vrouwen en meisjes die meer vertrouwen hadden in de krachten van zo’n gebouwtje dan in God. Ibn Khaldoun herkent drie gradaties van heiligheid. Op de hoogste trap staan de Profeten, gevolgd door de Heiligen. Op verre afstand daarvan staan op de derde plaats de Paranormaal Begaafden. Volgens hem kunnen gewone mensen zoals jij en ik nooit tot spirituele perceptie komen. Daarvoor is onze ziel te zwak. De Profeten, die altijd van onbesproken karakter en gedrag zijn, worden, buiten zichzelf om, door God gebruikt om de wereld kont te doen van Zijn intentie. Zij zijn begiftigd met een ‘geavanceerd bewustzijn’ en kunnen daardoor ‘wonderen’ verrichten. Heiligen zullen nooit direct aangestuurd worden door God, maar kunnen wel contact hebben met de Engelen. Zij hebben een inwaarts gerichte, intuïtieve intelligentie. Zij bereiken daardoor een ‘verheven’ status en worden daarvoor geëerd. Veel van de Paranormaal Begaafden daarentegen moeten met een korreltje zout genomen worden, volgens Ibn Khaldoun. Vaak zijn het oplichters, tovenaars en kwaadwilligen. Als ze al iets kunnen of doen dat ‘wonderbaarlijk’ is, of iets voorspellen dat ook werkelijk uitkomt dan is het een toevalstreffer. Toch bestaan er volgens hem ook echte Paranormaal Begaafden. Het is dus oppassen geblazen. (36 Marokko)